Het Openbaar Ministerie mag sinds 1 februari 2008 voor een aantal veel voorkomende strafbare feiten zelf straffen opleggen, een strafbeschikking. Het gaat niet om vrijheidsbenemende straffen.
Als een bestrafte het niet eens is met zijn strafbeschikking, kan hij bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. De strafrechter zal de strafzaak dan in zijn geheel opnieuw beoordelen.
De mogelijkheid tot strafbeschikking is vastgelegd in de Wet OM-afdoening.
Om welke feiten en om welke straffen gaat het?
- Onder de Wet OM-afdoening vallen, net als bij de transactie, misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf staat van zes jaar en alle overtredingen.
Een strafbeschikking kan uit verschillende straffen, maatregelen en aanwijzingen bestaan. Voorbeelden hiervan zijn: een geldboete, een taakstraf, een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, een schadevergoedingsmaatregel voor het slachtoffer en een gedragsaanwijzing zoals een stadionverbod.
- Bestuursorganen (zoals gemeenten) kunnen voor bepaalde overlastfeiten (zoals het verkeerd aanbieden van huisvuil, wildplassen of lopen met een loslopende hond) zelf boetes aankondigen door middel van de zogenoemde ‘Bestuurlijke strafbeschikking'. De bestuurlijke strafbeschikkingen worden aangekondigd door Buitengewoon opsporingsambtenaren (Boa's) van de gemeente. Uiteindelijk legt de Officier van Justitie de strafbeschikking op.
- Als opsporingsambtenaren een strafbeschikking uitvaardigen voor "P-feiten" uit de Tekstenbundel voor misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen heet dit een politiestrafbeschikking.
Het OM behandelt ook hier de verzetten.
- Sinds 1 maart 2011 zijn ook de zogenoemde *-feiten uit het Feitenboekje onder de werking van de OM-afdoening gebracht.
De *-feiten zijn te herkennen aan het sterretje dat in de eerste kolom van het feitenboekje staat. Voorbeelden hiervan zijn feitcode D517, ‘het niet kunnen voldoen aan de verplichting een identificatiebewijs te tonen' en D505, ‘het plegen van baldadigheid'.
Buitengewoon opsporingsambtenaren kunnen sinds 1 maart 2011 ook voor deze *-feiten een kennisgeving van bekeuring opmaken.
De officier van justitie beslist of er een strafbeschikking wordt uitgevaardigd en wat de hoogte van de geldboete is.
- Tot slot krijgt de Belastingdienst de mogelijkheid een strafbeschikking uit te vaardigen. Dit heet dan een fiscale strafbeschikking.
- Buiten de rechter om een zaak afdoen is niet nieuw. Dagelijks biedt het OM verdachten een transactie aan. De grens ligt ook hier bij misdrijven met een maximale gevangenisstraf van zes jaar. Bij een transactie is het OM echter afhankelijk van de medewerking van de verdachte. Door te betalen geeft de verdachte aan dat hij het aanbod aanvaardt en voorkomt hij strafvervolging.
Met de strafbeschikking kan het OM vervolgen én bestraffen. Als de bestrafte het niet eens is met zijn strafbeschikking, kan hij bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. De strafrechter zal de strafzaak dan in zijn geheel opnieuw beoordelen. Als de bestrafte geen verzet instelt, gaat het CJIB over tot de tenuitvoerlegging van de straf.
- Het CJIB zorgt voor het verzenden van de strafbeschikking en het innen van de geldboete. Op de website van het CJIB staat informatie voor degenen die een strafbeschikking hebben ontvangen. Hier vindt u onder andere informatie over betaling, opname in de Justitiële documentatie ('strafblad') en wat u kunt doen als u het niet eens bent met de strafbeschikking.
- In een strafbeschikking verklaart de officier van justitie dat een persoon schuldig is aan het plegen van een strafbaar feit. Ook staat in de strafbeschikking welke straf wordt opgelegd. De opgelegde straf kan het betalen van een geldboete aan het CJIB zijn.
Het CJIB verstuurt de strafbeschikking waarin de beslissing van de officier van justitie is vastgelegd. In de rechter bovenhoek van de aanschrijving staat dan de term ‘strafbeschikking’. In de strafbeschikking staan de gegevens van het strafbare feit, de opgelegde straf(fen), de datum waarop de strafbeschikking is uitgevaardigd en door wie de strafbeschikking is uitgevaardigd.
In een aantal gevallen verstuurt het CJIB de strafbeschikking niet, maar wordt deze persoonlijk uitgereikt door de officier van justitie. Als de strafbeschikking is uitgereikt, ontvangt de persoon daarna apart een aanschrijving van het CJIB. Daarop is aangegeven op welke datum de geldboete uiterlijk moet worden betaald. Ook is een acceptgiro bij deze aanschrijving gevoegd.
Als een betaling in termijnen is toegestaan, dan wordt dit in de strafbeschikking aangegeven.
De strafbeschikking kan, net als een transactie of een veroordeling door de rechter, worden opgenomen in de Justitiële Documentatie. Bij een strafbeschikking gebeurt dit over het algemeen als:- u een misdrijf heeft gepleegd;
uw boete voor een overtreding 100 euro of hoger is.
- u een misdrijf heeft gepleegd;
- Bent u het niet eens met de strafbeschikking, dan kunt u verzet instellen bij de officier van justitie. In dat geval moet u niet betalen. De officier van justitie moet uw verzet twee weken na kennisneming van de strafbeschikking hebben ontvangen. Op grond van de wet is de strafbeschikking na deze datum definitief. Als u geen verzet instelt, komt vast te staan dat u zich schuldig heeft gemaakt aan het strafbare feit.
U kunt op twee manieren verzet instellen:
- Bij voorkeur schriftelijk. Dit kan door u of uw advocaat; per adres CVOM, Postbus 50 000, 3500 MJ Utrecht.
In persoon. Dit kan aan de balie bij het arrondissementsparket van de plaats waar het strafbare feit is gepleegd. Op de voorzijde van de strafbeschikking is vermeld waar het strafbare feit is gepleegd. Het verzet in persoon kan worden ingesteld door u, uw advocaat of door een persoon die u daarvoor schriftelijk heeft gemachtigd.
U dient samen met de brief waarmee u verzet instelt - het zogenaamde verzetschrift - een kopie van de strafbeschikking te verstrekken of u dient een nauwkeurige aanduiding van de strafbeschikking op te geven waartegen het verzet zich richt. Vermeld in ieder geval:- * uw naam,
* het CJIB-nummer,
* de dagtekening van de strafbeschikking,
* de instantie die de strafbeschikking heeft uitgevaardigd (de officier van justitie).
Verder kunt u in het verzetschrift uitleggen waarom u het niet eens bent met de strafbeschikking. In het verzetschrift kunt u een correspondentieadres in Nederland opgeven. Hier worden mededelingen over de strafzaak naar toe gezonden. U ontvangt bericht van de officier van justitie over de behandeling van het verzet tegen de strafbeschikking.
Rechter
Wanneer u verzet instelt, zal de officier van justitie uw zaak aan de rechter voorleggen. In dat geval kan de officier van justitie op de zitting bij de rechter een zwaardere sanctie eisen. Het vervolg van de zaak is afhankelijk van de uitspraak van de rechter. Als u geen hoger beroep instelt tegen deze uitspraak, is de uitspraak meestal 14 dagen na de uitspraak onherroepelijk. Dit betekent dat de uitspraak definitief is.
Wijzigen of intrekken
Naar aanleiding van uw verzet tegen de strafbeschikking kan de officier van justitie ook beslissen de strafbeschikking in te trekken of te wijzigen. Als de officier van justitie de zaak wijzigt, ontvangt u een gewijzigde strafbeschikking. Als de officier van justitie uw strafbeschikking intrekt (waarna uw zaak wordt geseponeerd), is de strafvervolging beëindigd.
Door verzet tegen de strafbeschikking wordt de tenuitvoerlegging tijdelijk stopgezet, tenzij de officier van justitie van mening is dat de verzetstermijn is verstreken. Meer informatie over het instellen van verzet (bijvoorbeeld bij welke officier van justitie en de exacte termijn) vindt u op de strafbeschikking. - Bij voorkeur schriftelijk. Dit kan door u of uw advocaat; per adres CVOM, Postbus 50 000, 3500 MJ Utrecht.