Een veel uitgedeelde bekeuring is de bekeuring voor het vasthouden van een mobiele telefoon tijdens het rijden.
Deze strafbepaling is voortgekomen uit het volgende artikel uit het Regelement verkeersregels en verkeerstekens.
Wetstekst
Artikel 61a RVV '90Het is degene die een voertuig bestuurt verboden tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat dat gebruikt kan worden voor communicatie of informatieverwerking vast te houden. Onder een mobiel elektronisch apparaat wordt in elk geval verstaan een mobiele telefoon, een tabletcomputer of een mediaspeler.
Dit vasthouden is wat ruimer dan in de hand houden, ook het klemmen van de telefoon tussen de schouder en het oor wordt als vasthouden aangemerkt.
Ook het oortje bedienen is door een rechter ooit aangemerkt als het vasthouden van de telefoon.
Ook heeft de wetgever het specifiek verboden dat het TIJDENS het RIJDEN verboden is.
Als u stilstaat voor het verkeerslicht, geparkeerd staat of voor de brug staat te wachten mag u uw telefoon gerust in de hand houden, zodra u echter gaat rijden mag de telefoon niet meer vast gehouden worden.