Een aantal jaar geleden was ik met een kennis op Amsterdam Centraal Station. Daar zijn bij de Albert Heijn To Go 2 flessen alcohol gekocht en ter plekke opengemaakt. Vervolgens is er via het station naar het aaneengesloten metrostation gelopen, en zijn we door de poortjes gegaan.
Op de halte zelf – dus 'na' de poortjes – stonden allemaal handhavers te controleren op alcohol(gebruik), ik liep hun richting op en werd staande gehouden omdat ze me op de halte zelf zagen lopen – maar niet drinken – met de fles. Ik begreep dat dit was op basis van de APV – voor het hebben van een aangebroken fles – en er werd me gevraagd deze weg te gooien. De fles was nog vol, vanwege GVB huisregels wilde ik deze pas nuttigen als ik op bestemming was. De GVB huisregels zoals ik ze kon zien verbieden enkel het nuttigen van alcohol, niet het hebben van een aangebroken fles.
Nu ben ik me bewust van de APV van Amsterdam. Maar geldt de APV ook voor trein en/of metrostations tussen de poortjes? Zo ja, op basis van welke wetgeving?
Ik was namelijk onder de indruk dat de APV op zijn minst niet geldt tussen de poortjes op stations. Er gelden immers meestal 'huisregels' (die vaak afwijken van de APV), er zijn poortjes die toegang belemmeren, en er zijn afhankelijk van de soort locatie ook mogelijk andere wetten die van toepassing zijn. Nu kom ik niet vaak in aanraking met handhaving en politie, de 'registratie' deed me niet zoveel, en de metro kwam al bijna dus ik had geen zin om na te vragen hoe het nou exact zat en evt. een discussie aan te gaan.
Maar ik bleef er wel nieuwsgierig naar, dus ik ging op zoek, en wat betreft aangebroken flessen kon ik dit vinden:
De APV stelt:
Dan is de vraag dus wat een openbare plaats is.Artikel 2:48 Verboden drankgebruik
1.
Het is voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Dan gaan we naar artikel 1 van de WOM:Artikel 1:1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
...
h.
openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan;
Een station is duidelijk voor vast gebruik door het publiek. Maar staat deze nu ook echt 'open'?1In deze wet wordt verstaan onder openbare plaats: plaats die krachtens bestemming of vast gebruik openstaat voor het publiek.
2Onder openbare plaats wordt niet begrepen een gebouw of besloten plaats als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Grondwet.
Ik kon hier niet heel veel over vinden, maar vond wel een toelichting van de APV van de Tweede Kamer, overgenomen in documenten voor Dordrecht/Winterswijk/Rijswijk, en dergelijken:
Nu zou je kunnen stellen dat de poortjes van de trein en/of metro gelden als 'beletseling' in de vorm van een toegangsprijs.Op of aan de weg
Verschillende bepalingen in deze verordening hebben betrekking op (verboden) gedragingen ‘op of aan de weg’. De term ‘aan de weg’ duidt begripsmatig op een zekere nabijheid ten opzichte van de weg. Daaronder vallen bijvoorbeeld voortuinen van huizen en andere open ruimtes die aan de weg zijn gelegen. Daaronder valt echter niet wat zich binnenshuis bevindt of afspeelt.
Ook treinstations vallen in beginsel buiten het bereik van de APV. Als het gaat om stations die nog een doorloopfunctie hebben, of waarin bijvoorbeeld winkels aanwezig zijn, dan zijn deze (doorgangen in) stations weliswaar geen weg, maar wel openbare plaats.
...
Artikel 2 Wom bevat twee criteria om vast te stellen of er sprake is van een openbare plaats:
1. Vereist is dat de plaats "openstaat voor het publiek". Dat wil zeggen volgens de memorie
van toelichting (TK 1985-1986, 19 427, nr. 3, p. 16) zeggen dat eenieder vrij is om er te
komen, te vertoeven en te gaan; dit houdt in dat het verblijf op die plaats niet door de
gerechtigde aan een bepaald doel gebonden mag zijn (…). Dat de plaats "openstaat"
betekent voorts dat geen beletselen in de vorm van een meldingsplicht, de eis van een
voorafgaand verlof of de heffing van een toegangsprijs gelden voor het betreden van de
plaats. Op grond van het vorenstaande kunnen bijvoorbeeld stadions, postkantoren,
gemeentehuizen, parkeerterreinen, musea, warenhuizen, ziekenhuizen en kerken niet als
"openbare plaatsen" worden aangemerkt.
In het geval van de metro lijkt het me sterk dat de halte zelf een "doorstroomfunctie" heeft.
Zie ik het nu compleet verkeerd? Is het poortje geen "beletseling"?